vele interpoleeren geeft evenwel aanleiding tot vergissingen, waarom directe berekening verkozen is. Is v cos. negatief, zoo vindt men 2 T1 positief en 2 T2 negatief, men neme nu 2 T1 wanneer de golven werkelijk van voren inkomen en 2 T2 wanneer dit slechts schijnbaar 't geval is, doch in werkelijkheid 't schip harder loopt dan de golven. De in de formule voor aangenomen waarde, geldt strikt genomen alleen voor de Breedte van 45°; op 0° Breedte is door de andere waarde van g, 4 π g Απ g = 1.28481, de waarde van Door voor g steeds dezelfde waarde te nemen, zal dus geen noemenswaardige fout worden gemaakt. De bepaling der golfperiode is het gemakkelijkst, wanneer de bepaling van golflengte en snelheid door de groote waarde van onmogelijk worden 1). b. De Golflengte. Deze observatie wordt zeer lastig zoodra de golflengte eenigszins groot wordt; men kan bezigen de loglijn met een drijver (het logplankje is niet ver genoeg zichtbaar). De uitgeloopen lijn op het oogenblik dat en drijver en schip zich op opvolgende golfruggen bevinden, geeft de schijnb. lengte aan, waaruit door correctie voor de waarde van hoek de ware lengte wordt gevonden. Men neme het gemiddelde van een aantal waarnemingen. c. De Snelheid. Kan op 2 wijzen bepaald worden. 1o Door waar te nemen hoelang een zelfde golf noodig heeft om te komen van een bepaald punt op het schip tot een ander punt daar zoover mogelijk vandaan, in de zelfde langscheepsche lijn gelegen. In elk der punten plaatst zich een waarnemer, die een derden persoon toepraait wanneer de golf passeert. Deze 3de observateur noteert dan de aanwijzingen van 't observatie horloge. 1) Mitth. t. a. p. 1 t Zoodoende wordt een groot aantal t's bepaald en komt men tot eene gemiddelde waarde voor den tijd, dien de golven noodig hebben om den afstand 1 te doorloopen, is nu de schijnbare snelheid. 2o Door te bepalen hoelang de golven noodig hebben om te komen van een, aan een bijv. 100 meter lange lijn, achter het schip uitgestoken drijver, tot aan het hek. Is de afstand van het hek tot den drijver nu weder 1 meter dan is de schijnbare snelheid weder = De ware snelheid wordt nu voorgesteld door (± v) cos. y waarin 9 weder de hoek is tusschen den koers v./h. schip en den koers v./d. golf en v de vaartsnelheid van 't schip in meters per sec. Om eenige waarde aan de observatie te kunnen hechten moet klaarblijkelijk eene kleine waarde hebben. Het bovenste teeken geldt wanneer de golven het schip oploopen, het onderste teeken wanneer de golven van voren komen. Is in dit geval 1 < v zoo wordt ook v negatief; de golven komen nu slechts schijnbaar van voren, in werkelijkheid loopt het schip de golven op. Bij de sub. 1° vermelde wijze van waarnemen is het wenschelijk op de uiteinden der binnen boord bepaalde bazis latten dwarsscheeps uit te voeren. d. De Golfhoogte. Wordt door schatting bepaald op de wijze aangegeven op pag. 395 van den Jaargang 1885 van dit tijdschrift. 1) Bekendheid met de hoogte is noodig om de golflijn te kunnen construeeren en de waarde die men zal kunnen hechten aan de uit de constructie gevonden helling op de verschillende punten 1) Men meet de golfhoogte op het oogenblik dat het schip zooveel mogelijk rechtop in het golfdal ligt, op het diepste gedeelte. Men plaatst zich in het midden van het schip om zoo min mogelijk invloed te hebben van het stampen en ziet hoe hoog men moet gaan met het oog opdat de toppen van eenige opvolgende golven samenvallen met de kim. De afstand van het oog tot de waterlijn is de hoogte der golf. Bij golven van weinig hoogte moet men zich in de rust of langs een jakobsladder laten zakken, bij golven van groote hoogte moet men het tuig in. Wanneer men over eenig personeel kan beschikken, zoo stelle men verschillende personen op om te waarschuwen wanneer het schip rechtop in een golfdal ligt. der golflijn, zal dus afhangen van de mate van nauwkeurigheid waarmede de golfhoogte geschat is. Uit waarnemingen gedaan a./b. van Fransche oorlogschepen heeft men de betrekking gezocht die bestaat tusschen de snelheid van den wind en de lengte, hoogte, snelheid en periode der golven. 1) Uit een zeer groot aantal waarnemingen vond de fransche marine-ingenieur Ch. Antoine: V 6.9 vt waarin v de snelheid van den wind in meters per secunde. = Hieruit volgt daar 2 T 0.64 V en 2 L 0.64 V2 = = 2 T 4.4 vt en 2 L = 30.5 v of ongeveer 30 v Voor de golfhoogte vond de Heer Ch. Antoine 2 H = 0.75 v3. Tabel II is volgens deze formules berekend, in tabel III zijn de waarden der golfelementen, in tabel I bepaald, vergeleken met die, verkregen door bovenstaande formules. De windsnelheid is hierbij opgemaakt uit kolom 1, 2, 6, 7 en 8 Tabel II en kolom 1, 2, 3 en 4 Tabel III. W. TH. DE BOOY, 1) Ch. Antoine. Des lames de Haute mer, Berger Levrault et Cie. Paris, 1879. |