Imágenes de páginas
PDF
EPUB

blijven, behoeft geen betoog; dit was dan ook de oorzaak dat zoowel voor de routes voor stoomschepen door den Indischen Oceaan, als van die van het Kanaal naar New-York en terug, eenige maanden bij elkander gevoegd moesten worden. Binnenkort hopen wij evenwel het onderzoek voor den Indischen Oceaan weder aan te vangen.

Hoewel men in andere landen zich weinig heeft bezig gehouden met het uitgeven van zeilaanwijzingen, zijn er toch talrijke bewijzen dat die van het Ned. Instituut werden op prijs gesteld.

Zoo werden zoowel de eerste zeilaanwijzingen van het Kanaal naar Straat Sunda als de route voor stoomschepen van Aden naar Straat Sunda in het Fransch vertaald, terwijl ook dit laatste werk in het Engelsch het licht zag en de uitgave van 1882 in beknopten vorm, in in een van de Duitsche Meteorologische tijdschriften werd opgenomen.

[ocr errors]

Hoewel het Meteorological Office" te London steeds tegen alles, wat zeilaanwijzingen betrof, te velde trok, gaf het, in het zeer fraaie werk Meteorological Charts of the district adjacent to the Cape of Good Hope", toch eene graphische voorstelling van de kortste route om van 20° tot 40° 0.1. te komen onder de benaming diagrams of the best passages from 20°-40° Long E".

Aan het onderzoek van de zeestroomen en de daarmede zoo nauw verbonden temperatuur van het zeewater is steeds veel meer de aandacht gewijd geweest, dan aan zeilaanwijzingen.

Dit is zeer natuurlijk; zeilaanwijzingen kan men alleen maken voor bepaalde trajecten waarop men reeds veel gegevens heeft en die trajecten zijn niet zeer talrijk. Om nu den zeeman ook op andere gedeelten van den Oceaan nuttig te zijn, moet men zooveel mogelijk trachten hem de ondervinding van zijne voorgangers in beknopten vorm te geven.

Omtrent de oorzaak van de zeestroomingen zijn steeds zeer uiteenloopende denkbeelden en geschriften openbaar gemaakt. Eenige van de voornaamste zullen wij hier opnoemen. Kepler, Varenius en Kant trachten de stroomen te verklaren door de traagheid van de watermassa bij de omwenteling van de aarde.

Dr. Krümmel houdt de zeestroomingen in zijne Equatorial

Meeresströmungen" voor secondaire verschijnselen, door de passaten veroorzaakt.

Dr. Franklin, Humboldt en Rennell waren dezelfde theorie toegedaan en in Engeland vondt deze meening algemeen bijval. Rennell verdeelde daarom de stroomen in Drift Currents en Stream Currents; de eerste veroorzaakt door de winden, de tweede door het terugvloeien van het water, als het door de drift currents tegen de kusten is opgestuwd.

Wel vondt deze theorie eenige bestrijding, doch tegenwoordig wordt die vrij algemeen als de juiste aangenomen.

Zoo bracht Findlay er tegen in, dat de zee slechts 5 à 6 vademen diep door den wind in beweging wordt gezet. Dit is niet juist; zeker is het dat het water van den Oceaan dat steeds onder den invloed van een regelmatig doorstaanden wind is, zooals b.v. de passaat, een strooming zal krijgen in dezelfde richting van dien wind. Houdt die wind lang genoeg aan, dan zal die stroom zich steeds meer in de diepte uitbreiden, doch met de diepte in kracht geringer zijn.

Prof. Zöppritz heeft berekend, dat bij eene diepte van 4000 meter en bij onafgebroken doorstaan der passaat, er 200,000 jaren zouden noodig zijn om aan de geheele massa water de beweging mede te deelen, die het water aan de oppervlakte door den wind verkrijgt.

Maury heeft getracht de zeestroomingen te verklaren uit het verschil in soortelijk gewicht aan den equator en de polen; uit de waarnemingen is evenwel gebleken, dat dit verschil te gering is om eene dergelijke krachtige beweging te voorschijn te roepen.

Arago, Lenz en Schmidt meenen dat de oorzaak moet gezocht worden in de uitzetting van het water door de groote verwarming, waardoor verhooging van het niveau en dus afvloeiing plaats heeft.

Witte en Mühry nemen aan dat het verhoogde niveau en de daaruit voortkomende afvloeiing naar de Polen, een gevolg is van de verminderde werking van de zwaartekracht,

Onder de middelen welke te baat zijn genomen om onze kennis van de zeestroomen te vermeerderen, behoort ook die van het overboord werpen van flesschen met een zich daarin bevindend bericht. Worden deze flesschen in zee opgevischt,

dan kan men eenigsints daaruit den stroom afleiden; worden zij evenwel aan de kusten gevonden, dan kan men er misschien eene algemeene richting, doch zeker niet de kracht van den stroom uit afleiden.

Door de Meteorologische inrichtingen in verschillende landen is op zeer uiteenloopende wijze den loop der zeestroomen onderzocht. Eigenlijk is er slechts eene wijze die bepaald den loop der stroomen doet kennen, namelijk door zooveel mogelijk het verschil tusschen het ware en gegiste bestek te berekenen; ongelukkig echter is dit verschil niet alleen misgissing door stroom, maar ook veroorzaakt door onnauwkeurig gehouden gegist bestek, door kleine fouten in den koers, door onachtzaamheid van den roerganger of door onjuistheid in de toegepaste magnetische afwijking. Heeft men een zeer groot aantal waarnemingen en koppelt men de stroomen op kleine gedeelten b.v. per vierkante graad, dan zullen deze fouten zichzelf neutraliseeren, terwijl ook het meer en meer in gebruik komen van de patentlog en de verbetering in de kompassen de bovengenoemde fouten doen verminderen. Teneinde langs dezen weg meer en meer met de zeestroomen bekend te worden, hebben wij meermalen verzocht om toch alle waarnemingen van plaatsbepaling in het Meteorologisch journaal te boeken en herhalen hier dezen wensch.

Wil men een gedeelte van den Oceaan behandelen, dan kan men ook alle stroomen in kaart brengen, op de plaats waar zij zijn waargenomen, zooals dit o. a. is gedaan in het reeds genoemde werk, te Londen uitgegeven, over den Oceaan bezuiden de Kaap de Goede Hoop.

Voor groote gedeelten van den Oceaan is deze methode niet wel mogelijk; eene poging daartoe, door wijlen den Lieutenant de vaisseau Brault te Parijs, voor den Noord-Atlantischen Oceaan gedaan, moest worden opgegeven, daar de verwarring der stroompijlen op het meest bezochte gedeelte van dien aard was, dat alle overzicht onmogelijk werd.

De eerste door ons genoemde wijze werd o. a. gevolgd door het Meteorologisch Office te Londen bij een in 1872 uitgegeven werk voornamelijk ter onderzoeking van de grenzen van den Equatoriaal en Guineastroom. Deze stroomen, die soms zeer scherp in tegenovergestelde richting naast elkander voortgaan, werden

daardoor dan ook voor een deel bepaald. Het onderzoek geschiedde op vierkanten van 2° zijde; alle oostelijke en alle westelijke stroomen, die men in de journalen vond, werden gekoppeld en de aldus verkregen twee resultanten graphisch voorgesteld op een kaart van vrij groot bestek.

Men kan ook, vooral bij warme en koude stroomen trachten ze te onderzoeken door de temperatuur van het zeewater aan de oppervlakte waar te nemen, en het is zeer goed te begrijpen, dat door allen, die de zeevaartkundige meteorologie beoefenden, steeds is aangedrongen om de waarnemingen met den zeethermometer vooral met nauwkeurigheid en dikwijls te doen.

Had reeds Dr. Franklin er in de vorige eeuw op gewezen hoe de zeethermometer een gids kon zijn voor den zeeman, ook Maury en later Van Gogh en Andrau vonden uit de onderzoekingen van de temperatuur aan de oppervlakte den loop der koude en warme stroomen.

In 1857 wijdde van Gogh daaraan voor het eerst een hoofdstuk in zijn Uitkomsten" van dat jaar. Niettegenstaande het dikwijls geringe aantal waarnemingen, waarover hij beschikte, kon hij daaruit toch reeds bewijzen, dat de „Agulhasstroom" zich bewesten de Kaap de Goede Hoop niet, zooals vroeger werd verondersteld, langs de Westkust van Afrika om de Noord beweegt doch gedeeltelijk om de oost werd gebogen, door den kouden Poolstroom.

Door talrijke citaten uit de journalen toont hij aan, hoe de ontmoeting van deze koude en warme stroomen aanleiding geeft tot hooge en korte kokende zeeën, stroomrafelingen en verkleuringen en tevens welken invloed dit op de atmospheer uitoefent, waarvan in datzelfde hoofdstuk eene verklaring wordt gegeven.

De stroomen, zooals die in de journalen voorkwamen, zijn daarbij mede in kaart gebracht, zoodat het geheel, ook door het aanbrengen van verschillende kleuren voor de koude en de warme stroom een zeer duidelijk denkbeeld geeft van de stroomen in het Westelijk deel van den Zuid-Indischen Oceaan.

In de „Onderzoekingen met den zeethermometer" van 1861 komt een eensluidend hoofdstuk voor over den Agulhasstroom, zoowel wat den loop als den invloed op de atmospheer betreft. De wijze daarin gevolgd, om de temperatuur van de oppervlakte

voor alle maanden op eene kaart te brengen, kunnen wij niet onvoorwaardelijk toejuichen.

Overigens zijn in de opvolgende werken van het Instituut alleen de stroomen, afgeleid uit de temperatuur van het zeewater aan de oppervlakte gegeven.

De voornaamste van deze werken, waarin over stroomen wordt gesproken, behalve de reeds genoemde „Uitkomsten enz." van 1857 en Onderzoekingen met den zee thermometer" van 1861, zijn:

Uitkomsten enz." van 1863 handelende over de Chineesche zee en het Westelijk gedeelte van de Noord-Pacific, waarin vele gegevens omtrent stroomen in die zeeën voorkomen, allen getrokken uit de opgaven van Nederlandsche schepen.

De temperatuur aan de oppervlakte van het zeewater rond Afrika's Zuidpunt". In dit werk komt de schrijver tot de slotsom, dat er zich ten ZO. van het Kaapsche rif eene bank of rug moet bevinden, waardoor het indringen van het koude Poolwater in den warmen Agulhasstroom daar ter plaatse kan worden verklaard. In hoeverre dit zoo is, heeft men nog niet onderzocht, zooveel is zeker dat op de nieuwste kaarten slechts loodingen staan van 300 vadem.

In een werk dat in behandeling is over den Indischen Oceaan zullen wij trachten de stroomen per vierkanten graad graphisch voor te stellen, op dezelfde wijze als dit door den „Meteorological Council" voor den Equatoriaal- en Guineastroom is gedaan, door namelijk de Oostelijke en Westelijke stroomen afzonderlijk te koppelen en de twee resultanten in kaart te brengen. Teneinde evenwel de betrekkelijke waarde te kunnen beoordeelen, geven wij daarbij tevens het aantal waarnemingen, waaruit die resultanten zijn verkregen. (Wordt vervolgd.)

« AnteriorContinuar »