Imágenes de páginas
PDF
EPUB

kan men het apparaat ten allen tijde buiten werking stellen, en is het tevens immer tot gebruik gereed.

Vooral zou men nuttig gebruik kunnen maken van stoomejectie om aan de olie een groote verspreiding te geven, zij zou met stoom vermengd, op grooten afstand van het schip kunnen worden geworpen. Het zou aan te bevelen zijn, indien er op verschillende punten van het schip dergelijke toestellen werden geplaatst, om ze zoodoende dadelijk te kunnen gebruiken, wanneer dit noodig is.

Om door een branding heen te kunnen gaan, moet de olie reeds van te voren daarover worden verspreid; heeft men dus middelen om dit te doen, dan make men er gebruik van. Ingeval er een stroom aan de oppervlakte naar de branding heen loopt, kan de olie haar daardoor bereiken, zoodat het schip dan ook de branding passeeren kan. Loopt echter de stroom juist in tegenoverstelde richting, dan helpt het gebruik van olie zeer weinig. 1)

De laatste opmerking is overgenomen uit de onlangs door de Britsche Admiraliteit verspreide circulaire welke in den vorigen jaargang van "De Zee" is opgenomen, waarin de opgedane ervaringen met gebruik van olie, beknopt zijn samengevat, en op die wijze ter kennis der zeevarenden gebracht.

(Wordt vervolgd.)

Olie als middel om het breken der zee op een schip te verminderen.

Dewij in de laatste tijden veel over dit onderwerp geschreven en gesproken wordt, dacht het mij misschien nuttig

1) In de Shipping Gazette (weekly Summary) van 9 December jl. wordt melding gemaakt van het verspreiden van olie met behulp van vuurpijlen, waaraan een cylindertje met olie gevuld is verbonden en dat men door een of ander ontploffingsmiddel laat uiteen springen. Bij het opstoomen in de zee voor stoomschepen en bij branding op de kust zou dit voor reddingbooten, wanneer het voldoet, een uitnemend hulpmiddel kunnen zijn.

ter algemeene kennis te brengen, wat ook ik ondervond, door olie toe te passen, om het breken der zee op het schip te

verminderen.

De 25sten November 11. van Blyth vertrekkende, met een volle lading steenkolen, bestemd naar Wismar, kreeg ik de wind, nadat die eenigen tijd van N. W. naar Z. W. had heen en weder geloopen, recht van achteren, en nam die wind gaandeweg in kracht toe, vergezeld van steeds aannemende hooge zee. In den namiddag van den 26sten nam die zee zoodanig toe, dat het schip soms geheel door water overstelpt werd, en het langer voor den wind loopen, zeer bedenkelijk begon te worden.

Omdat de wind echter zoo gunstig was, besloot ik, om in plaats van bij te draaien, eene proef met olie te nemen.

Reeds vroeger had ik voor dat doel, twee zakken van zeildoek laten maken, omnaait met eene lijn, die boven de zak in een lang oog uitloopt, en die elk 1 1/2 liter olie kunnen bevatten. Deze zakken vulde ik met lampolie, bond ze onder het oog dicht, prikte er met eene lijknaald een paar gaatjes. in, en hing er een te weerszijde van de bak buiten boord, even boven water.

Ik zag al terstond dat de wegdruppelende olie zich reeds naast, maar nog meer achter het schip, over het water verspreidde, en was de uitwerking daarvan op de zee zoo sterk, dat wij na dien tijd slechts nu en dan een kleine zee overkregen, zoodat het gevaar om te veel water over te krijgen, geheel geweken was.

De uitkomst was werkelijk verrassend en kan ik het ook belanghebbenden ten volle aanbevelen. Nu en dan liet ik de zakken weder vullen, en verbruikte van af 3 uur namiddags tot middernacht, toen de zakken voor het laatst gevuld werden, slechts 5 liter olie.

Vroeger nam ik ook reeds eene dergelijke proef, maar had toen de wind en zee 4 streken van bakboord in, en had de olie, bij die gelegenheid, niet de minste uitwerking.

Ik kom hierom tot de overtuiging, dat olie, alleen dan met goed succes kan worden aangewend, om de kracht der zee op het schip te temperen, als men ze kan brengen in die richting van het schip vanwaar de zee komt, dus als men recht

voor de zee loopt of bijleggende drijft, en de zee dus, om het schip te bereiken, de olievlakte moet passeeren.

J. H. MEYER,

SS. Erasmus".

Mistseinen voor Stoomschepen.

Aan de Redactie van het tijdschrift DE ZEE",

Amsterdam.

Bij deze wilde ik U beleefd verzoeken, mijne opmerkingen omtrent het onvoldoende van mistseinen voor stoomschepen, in uw tijdschrift "De Zee" te willen plaatsen.

Mijns inziens zou er eene groote verbetering kunnen gemaakt worden, om bij dikte of mist zoo na mogelijk den koers van naderende stoomschepen te kennen; aangezien de meeste koersen Oostelijk en Westelijk vallen, daar waar de meeste schepen zich bijeen bevinden en de drukst bezochte vaarwaters zijn; zooals bijv. Engelsch Kanaal, Middellandsche Zee etc., zou men door het aanbrengen van een tweede stoomfluit van verschillend geluid, daarmede dien koers kunnen doen verstaan; namelijk een schel geluid gevende als van een locomotief en een dof of brommend geluid gevende stoomfluit zooals tegenwoordig de meeste groote stoomschepen hebben; neemt men nu aan voor Westelijke koersen een schel en voor Oostelijke koersen een dof of brommend geluid, dan wist men reeds bij het hooren daarvan ten naastenbij den koers van het naderende stoomschip en dat zou al veel gewonnen zijn; men zou dan nog kunnen aannemen voor Noordelijke een schelle en een doffe stoot en voor Zuidelijke een doffe en een schelle stoot met de stoomfluit. Weet men zoo ten naastenbij de koersen van ontmoetende stoomschepen bij mist of dikte, dan bestaat er zeker niet zooveel kans

van aanvaring en zeer vele menschenlevens zouden gespaard blijven.

U voorloopig mijn dank betuigende voor de plaatsing, met achting,

GOES, 12 December 1887.

UEd. Dw. Dienaar,

C. J. VAN BOrrendam, Oud-koopvaardij-kapitein te Goes.

Opgave der Kaarten, welke vernieuwd of verbeterd zijn.

NEDERLANDSCHE KAARTEN.

Zeegaten van Brouwershaven en Zierikzee (Dep. v. Mar.) Nieuwe kaart.

NEDERLANDSCH-INDISCHE KAARTEN. Noordkust Java, blad III. Hoek Indramajoe tot reede Pekalongan. (Dep. v. Kol.) Nieuwe kaart.

O.kust Borneo. Batoe Tinagat tot Tarakan (verb. zie No. 35.) Java en omliggende eil. en vaarw. (Seyffardt) (verb. zie No. 36.) Moluksche Archipel blad II (verb. zie Nos. 37 en 38). Sermata en Tanimbar of Timor Laoet eil. (verb. zie No. 37.) BRITSCHE ADMIRALITEITSKAARTEN.

Kanaal; Atl. kust van Frankrijk en Spanje; Portugal. 2728. Spanje. Bidassoa river to Cape Penas. Nieuwe kaart. 1053. id. Cape Penas to Pontavedra.

1755.

id.

id.

San Ciprian Bay to Cape Finisterre id.
Middellandsche en Adriatische Zee.

1004. Wrn.part of Sea of Marmora. Nieuwe kaart.

Noord-Atlantische Oceaan en Golf van Mexico.

2342. Nova Scotia, Gut of Canso.

2758.

331.

2860.

Gulf of St. Lawrence, Bras d'or lake.
Wassaw sound to Sapelo sound.

Savannah river to St. Helena sound.

2492.

Bay of Fundy to Block isl. Nieuwe kaart.

761.

762.

2831.

1801.

1278.

1013.

51.

5.

2875. 952.

West-Indië en Zuid-Atlantische Oceaan.

} West-India Islands.

Galveston bay.

Trinidad to Surinam.

[blocks in formation]

id. Owasa bay to Takamatsu no Saki.

2531. N. America W. coast. Cape Mendocino to Vancouver. 1757. Fyi isls. Nukulan isl. to Namuka isl.

1060. Society isls. Wrn. Group. Huaheine to Marna. Nieuwe kaart.

1079.

Tasmania.

1102. Australia. Cleveland bay. Nieuwe kaart.

Opgave der in de Zeekaarten aan te brengen verbeteringen.

De peilingen zijn uit zee genomen en, tenzij het anders wordt opgegeven, miswijzend. De zeemijl is de equatorminuut. Belanghebbenden kunnen bij de Filiaal-Inrichting van het Koninklijk Nederlandsch Meteorologisch Instituut te Amsterdam, gevestigd in het,,Gebouw voor Algemeenen Dienst", op de Handelskade" volledige inlichtingen bekomen aangaande de zeekaarten. OOSTZEE EN BOTHNISCHE GOLF.

[ocr errors]

Rusland, Bothnische golf. 1. Bebakening der ondiepte Judastenarne. District Wasa. Een van boven rood, van onder wit drijfbaken met hangenden bezem, waarboven nog een roode vlag met wit blok is geplaatst in 9.1 m. (30 fots) water, on

« AnteriorContinuar »