Imágenes de páginas
PDF
EPUB

1 zeemijl, op de rechtw. peiling: lichttoren van Santa Barbara Z. 10° O. op 13 zeemijl afstand of op 17° 44′ 40′′ Z.b. en 38° 43 36" W.l. b. Twee koraalplekken in het meest bevaren gedeelte van het kanaal, welke echter nog geen gevaar voor de scheepvaart opleveren, zijnde de diepten 11 en 12 m.; resp. gelegen op: 17° 47' 14" Zb. en 38° 43' 8" W.1. en 17° 52 46" Z.b. en 38° 43' 8" W.1. Variatie 10° 40' N.W.

Rio de la Plata. 32. Ligging van een wrak beO. het eiland Flores. N. 82° W. rechtw. op 5.5 zeemijl afstand van den lichttoren op het eiland Flores, in de monding der Rio de la Plata, ligt een wrak, waarvan de stengen boven water zichtbaar zijn.

Afrika. 33. Nieuw licht ontstoken op St. Philips Bonnet. Baai van Benguela. Het vaste witte licht van St. Philips Bonnet. (Morro de Sombreiro) zou den 16 Oct. 1.1. gebluscht worden, en vervangen door een vast rood licht, zichtbaar tot op 12 zeemijl afstand. Ligging 12° 34' 0" Zb. en 13° 18′ 15′′ Ol.

INDISCHE OCEAAN.

Roode Zee. 34. Lichttoren aangekondigd op het eiland Chadouan. Op de Z.-kust van het eiland Chadouan (Shadwan), zal een lichttoren worden gebouwd.

BORNEO EN ARCHIPEL TUSSCHEN SUMATRA EN BORNEO.

Borneo NO.-kust. 35. Ondiepte ontdekt in de St. Luciabaai. In de St. Lucia-baai is een zand-bankje met 22 d.m. (7 voet) water ontdekt, liggende op de rechtw. peiling: Z.-hoek eiland Noenoekan Z. 77° W.; Z.-hoek eiland Sebetik N. 89° W.; O.-hoek eiland Sebetik N. 9° W.

JAVA, MADOERA EN KLEINE SOENDA-EILANDEN.

Java O.-kust. 36. Ondiepte ontdekt en ton aangekondigd ter reede van Banjoewangi. Ter reede van Banjoewangi heeft zich een zandbank gevormd, ongeveer 60 m. lang in de richting ZZO., en 20 m. breed, waarop bij laagwater 6.3 m. (34 vadem) water staat. Een zwart-en-wit gestreepte boei zal worden gelegd op het midden aan den O.-kant dezer bank op de rechtw. peiling: lichttoren Banjoewangi ZW. t. W. W.; gebergte Bakoengan, over 't midden, O. Z; groote boom N. O.

CELEBES, MOLUKKEN EN PHILIPPIJNEN.

Molukken. 37. Eiland ontdekt be W. het eiland Selaroe, Tanimbar of Timor-Laoet-eilanden. Door den kommandant van Z. M. schroefstoomschip „Samarang" is een laag begroeid eiland ontdekt, beW. het eiland Selaroe. Het is ongeveer 2 zeemijl lang in de richting NNO. O. bij eene breedte van omstreeks 1200 m., het midden ligt ten naastenbij op 8° 15' 0" Zb. en 130° 39' 30" OI.

38. Verkleuring van water gezien be-N. het eiland Doela Darat. Kei-eilanden: Volgens mededeeling van den gezagvoerder van het Ned. Ind. stoomschip „Batavier", is door hem be-N. het eiland Doela Darat, een sterke verkleuring van water gezien, welke zich ongeveer 225 m. (1 kabell) NO-ZW. uitstrekte, op de rechtw. peiling: N-punt eiland Mas ZW3W.; NO.hoek eiland Doela Darat ZZO. en O.hoek eiland Roemadan Z.

Philippijnen. 39. Lichttorens in aanbouw en andere aangekondigd op de Philippijnen. In den Phillippijnschen archipel zijn op de navolgende punten lichttorens in aanbouw. a. Op het eiland Capon Grande aan den N.kant van het vaarwater naar Subic, W.kust Luzon. b. Op de NW.punt van het eiland Cabra, ZW.kust Luzon. Binnen kort zal worden begonnen met den aanbouw van lichttorens op: a. kaap Engâno NO.punt Luzon. b. kaap Bojeador, NW.punt Luzon. c. Santiago-punt, aan den W.kant van straat San Bernardino, ZW.kust Luzon. Bovendien bestaat het voornemen nog een aantal andere lichten op te richten, op verschillende punten van den archipel.

CHINEESCHE ZEE, JAPAN, PACIFIC EN AUSTRALIE. China, N.-kust. 40. Tijdsein te Newchang. Liau-rivier. Golf van Liau-Tung. Te Newchang (Niutschuan), aan den mond der Liau-rivier, wordt elken Zaterdag een tijdsein gedaan, bestaande in het vallen van een bal aan den vlaggestok van het Custom house" op den middelbaren middag te Newchang. Ligging ongeveer 40° 43' 10" Nb. en 122° 14' 15" Ol.

Japan. 41. Baken geplaatst op de klip Hira Iso. Japansche Binnen-zee. Z.-kust Nipon. Een baken is geplaatst op de klip Hira Iso, NO.-kant Akashi-no-Seto, Harima Nada, en tegelijkertijd de roode boei beZ. die klip opgenomen. Dit baken is

kegelvormig, horizontaal zwart en wit gestreept, het staat op de peiling: Usaki Z. 39° W. op 3.5 zeemijl afstand; Kura-Saki N. 67° W. Ligging 34° 37' 45" Nb. en 135° 4' 0" Ol.

Zuid-Amerika. 42. Lichttoren en licht vernieuwd in Mantabaai. Ecuador. Een nieuw licht is ontstoken in een onlangs voltooiden lichttoren in Manta-baai, op de plaats van den vroegeren lichttoren. Het is een vast wit licht, zichtbaar tot op 12 zeemijl afstand.

[ocr errors]

Koraal-zee. 43. Ondiepte ontdekt ten ZW. van de Williseilanden. Door den gezagvoerder van het schip Eliza Mary" is het bestaan gerapporteerd van eene uitgebreide ondiepte, ongeveer 15 zeemijlen van de Willis-eilanden. Eene looding van 16.4 m. (9 fathoms) werd verkregen op: 16° 27′ Z. b en 149° 48' O.1, doch op verschillende plaatsen scheen de diepte veel minder te zijn.

Australië NO.-kust. 44. Rapid-rif ontdekt ten ZO. van Ospreyrif. Koraal-zee. Volgens mededeeling van den kommandant van het Engelsche oorlogschip „Rapid" ligt op 13 zeemijl afstand ten ZO. van Osprey-rif een uitgestrekt koraalrif, met zware branding aan den ZO.-kant, van waar het zich in NW lijke richting een onbekenden afstand uitstrekt. Ligging van de Z.-punt 14° 3' Zb. en 146° 41' Ol. Het bestaan van dit rif vermeerdert de waarschijnlijkheid van het bericht, in 1881 ingekomen omtrent eene ondiepte op 25 zeemijl ZO. t. O. (24 zeemijl ZO. ?) van het Osprey-rif.

45. Rif Phyllis" bestaat niet bij de Cumberland-eilanden, Queensland. Het Phyllis-rif beN. het eiland K 2 (Derwent) op 20° 52' Zb. en 149° 51' 30" Ol. is van de „Adm. Charts" geschrapt.

Waarschuwing betreffende het bevaren van den Donau.

Door de „Commission Européenne du Danube" is eene waarschuwing gepubliceerd, waarin den eigenaars of gezagvoerders, van schepen langer dan 61 m. (200 feet), wordt verzocht, deze niet den Donau te doen bevaren, zonder dat zij voorzien zijn van een stoom- en hulproer. Tevens wordt de aandacht gevestigd op de artikels 30, § 1, 66, § 1, 69 en 70 van het Reglement voor de vaart op den Beneden-Donau".

Kort overzicht van de ontwikkeling der Nautische Meteorologie.

(Vervolg en slot van blz. 21).

Over de temperatuur van het zeewater zijn vele werken uitgegeven. Was het dikwijls moeielijk den loop der zeestroomen uit de stroom-opgaven zelve na te gaan, door de vele kansen tot het maken van fouten, waarvan wij boven spraken, minder moeielijk was het voorzeker de koude en warme stroomen te volgen door de onderzoekingen van de temperatuur van het zeewater.

Zooals wij in het begin zeiden, werd reeds in de vorige eeuw hierop de aandacht gevestigd en sedert Maury de beoefening van de meteorologie op den Oceaan weder in praktijk bracht, is de studie daarvan steeds met vrucht voortgezet. Wij zullen hierover niet verder uitwijden, daar wij er reeds genoeg op gewezen hebben bij het bespreken van de stroomen. Dat naast de studie der stroomen ook die van den wind van het grootste belang is, behoeft geen betoog. Wel is het belang daarvan door het steeds toenemend gebruik van stoomschepen. eenigzins verminderd, maar toch is het voor een stoomschip niet onverschillig, om een gunstigen wind of stilte te hebben, in plaats van een harden tegenwind, waardoor de machines, tengevolge van de hooge zee, moeielijker werken en aan de vaart afbreuk wordt gedaan.

[ocr errors]

De eerste graphische voorstelling van wind werd gegeven door Maury in de Pilotcharts", reeds vroeger besproken. Het Instituut gaf, kort na de oprichting, de Hollandsche windkaart uit, geheel in denzelfden vorm. Daar het echter bleek dat het

overzicht van al die cijfers zeer moeielijk was en zij nog de fout hadden geen procenten te geven, doch slechts het absoluut aantal waargenomen winden uit de eene of andere richting, werd deze methode spoedig veranderd in eene geheel graphische, hierin bestaande, dat men eene lijn van zekere lengte aannam, als 100 procent voorstellende, en nu in iedere. richting van de 16 kompasstreken lijnen trok van uit het midden, en de lengte dezer lijnen evenredig maakte aan het aantal malen, dat die wind was waargenomen. Eerst maakte men die windkaarten voor vakken van 25 vierkante graden, later echter van 1 vierkante graad, terwijl daarbij groote overzichtskaarten werden gedrukt, waarop alle vierkante graden, waar dezelfde winden heerschten, waren te samen gevoegd.

In Engeland werden, achtereenvolgens op verschillende wijzen, windkaarten uitgegeven.

Adm. Fitz Roy maakte die uit de gegevens van de Pilotcharts van Maury; hij berekende de winden van iedere streek procentsgewijze doch vereenigde daartoe telkens vier kwadraten van Maury, zoodat zijne gegevens gelden voor vierkanten van 10° zijde.

De wijze om ze in kaart te brengen verschilde in zoover van die van het Nederlandsche Instituut, dat Fitz Roy voor den meest heerschenden wind eene lijn van zekere lengte aannam en de andere lijnen op iedere streek, naarmate van het aantal malen dat zij waren waargenomen, langer of korter maakte. De gemiddelde kracht voor iedere windstreek werd door een cijfer, stilten en regen werden door cirkels in het midden aangegeven. De British Pilot Charts" waren nagenoeg op dezelfde wijze te samen gesteld, alleen werden hier de stilten door een gearceerden cirkel in het centrum aangeduid.

[ocr errors]

In de bovenhoeken werd bovendien aangegeven, hoeveel malen en uit welke richting storm in dat kwadraat was waargenomen, terwijl in het midden, voor ieder van de drie maanden, waarvoor de kaart geldt, de dagen mist zijn aangeduidt.

De Hollandsche windkaart van 1860 voor de geheele aarde teekende vrij duidelijk den toestand, daar de winden voor elk seizoen met eene andere kleur, maar voor de drie maanden van ieder seizoen met dezelfde kleur in elk kwadraat van 25° oppervlakte waren voorgesteld.

« AnteriorContinuar »