The Municipal Council of the City of Amsterdam, instituted n 1852 a commission of five members, in order to examine, whether the idea of digging a junction canal for vessels of heavy burden, between Amsterdam and the North Sea, in the direction of Holland op het smalst, were practicable, and, in case the · question should be decided in the affirmative, to draw up a plan of the same.

The project, fully detailed in the report which the commission drew up in 1852, is now published.

The expenses were calculated at the sum of eighteen millions of florins, and the time required to complete the work at fifteen years. The considerable outlay, but still more the time required, are obstacles which may prevent the work being undertaken.

The Royal Society of Engineers, at the requisition of one of its members, with the approbation and cooperation of the Municipal Council of the City of Amsterdam, has proposed the following subject for competition.

"The Plan of a canal for vessels of the greatest draught of "water, to form a junction of the Y at Amsterdam, with the North "Sea, in the direction of Holland op het smalst, (the narrowest "part of North Holland) in which the obstacles that might be #raised against carrying the present project into execution must "be avoided."

To each plan must be annexed an estimate of expenses, and a division of the work, calculated according to the time required for its execution.

Drawings are not required unless they may be necessary, clearly to indicate the deviations from the plan already published.

The levellings, borings, and other surveys of the ground, published with the existing plan, are accepted as accurate, and may be taken as a basis for estimates and calculations, in the solutions on the subject proposed for competition.

The plans must be forwarded, free of postage, before the 31st of December 1853, to the Secretary of the Royal Society of Engineers, at the Hague (Holland). They must be written in a clear Italian handwriting, either in Dutch, English, French or German, and each document must have a distinst mark or motto annexed to it. A sealed letter, bearing for its superscription the same mark or motto, must accompany each plan and contain the name of the author, in case the plan is not signed by the author.

The plans will be examined by the Council of the Royal Society of Engineers and a prize of two thousand florins Dutch currency, will be awarded to the competitor whose practicable plan may be considered the best.

One half of this prize is offered by the aforesaid member of the Society, and the other half by the Municipal Council of Amsterdam.

The plans forwarded by the unsuccessful competitors will remain in the archives of the Society, and the Society reserves to itself a right to adopt any ideas which they may contain, to form a subsequent plan, in case none of those forwarded should be considered practicable, and worthy of the proposed prize.

In the latter case however, a part of the sum destined as prize, will be distributed among the competitors, whose plans may have aided in the formation of a new one.

The sealed letters of the unsuccessful competitors, will be burnt in the general assembly of the Society of Engineers.

The Council of the Royal Society of Engineers,
F. W. CONRAD,

Chairman.

STARING,

Secretary.

Die Regierung der Stadt Amsterdam hat im Jahre 1852 einer Commission von fünf Mitgliedern die Untersuchung aufgetragen, ob die Idee, um Amsterdam durch einen grossen Schifffahrt-Canal mit der Nord-See zu verbinden, nämlich in der Richtung, wo Holland am Schmalsten ist, ausführbar sei, und, im bejahenden Fall, davon einen Entwurf zu machen.

Dieser Entwurf, ausführlich erörtert in dem Rapport der Commission vom December 1852, ist in 1853 gedruckt worden und allgemein zu haben.

Der Kostenanschlag sämmtlicher Arbeiten beträgt die Summe von achtzehn million Gulden, und die Zeit der Ausführung ist auf funfzehn Jahr angesetzt.

Die bedeutenden Kosten, aber mehr noch die lange Zeitdauer, sind Schwierigkeiten, die vielleicht die Ausführung nicht ermöglichen dürften.

Der Königliche Ingenieur-Verein, dazu angesucht und in Stand gesetzt von einem seiner Mitglieder, schreibt desshalb, mit Gutheissen und Mitwirken der Regierung vom Amsterdam, die folgende Preisfrage aus:

"Den Entwurf eines Canals zu liefern, für Schiffe von der grössten "Construction, zur Verbindung des Y bei Amsterdam mit der "Nord-See, in der Richtung, wo Holland am Schmalsten ist, und "worin obige Schwierigkeiten, die gegen den bestehenden Entwurf "gemacht werden können, vermieden werden."

Zu den einzuschickenden Antworten müssen gefügt werden Kostenanschlag und detaillirte Eintheilung der Arbeiten, welche für die Frist der Ausführung angenommen werden. Zeichnungen sind nur in sofern erforderlich, als sie nöthig sein dürften um deutlich die Abweichungen vom oben erwähnten gedruckten Rap

port anzuzeigen. Die in demselben enthaltenen Nivellirungen, Sondirungen und sonstigen Messungen des Terrains werden als richtig und genau angenommen und mögen zur Grundlage dienen zu den Erörterungen und Berechnungen in den Antworten auf die Preisfrage..

Die Antworten werden, vor dem 31. December 1853, franco eingesendet an den Secretair des Königlichen Ingenieur-Vereins im Haag. Sie müssen in deutlicher Lateinischer Schrift verfasst sein, entweder in Holländischer, Französischer, Deutscher oder Englischer Sprache. Alle Theile müssen irgend ein Kennzeichen oder einen Spruch führen. Ein versiegelter Brief, worauf dieses Zeichen oder dieser Spruch vermeldet ist, enthält den Namen des Einsenders; doch steht es den Concipisten frei, die Stücke mit ihrer Namensunterschrift zu versehen.

Die Beurtheilung der Antworten geschieht durch den dirigirenden Rath des Königlichen Ingenieur-Vereins. Der Verfertiger des besten, ausführbaren Entwurfs, bekommt eine Belohnung von zweitausend Gulden, wovon die eine Hälfte von dem obener. meldeten Mitgliede des Vereins, und die andere von der Regierung von Amsterdam angewiesen ist.

Die zu den nicht gekrönten Antworten gehörenden Stücke bleiben im Archiv des Vereins aufbewahrt, und es steht den Vereine frei, die darin enthaltenen Andeutungen und Ideen bei der Zusammenstellung eines andern Entwurfes zu benutzen für den Fall, dass keine der Antworten ganz zur Ausführung geeignet wäre, und also der Prämie nicht werth erachtet werden sollte. In diesem Fall jedoch wird, wie billig, ein Theil der Prämie dem Entwerfer solcher Stücke zuerkannt werden.

Die Namenbillets der nicht entsprechenden Antworten werden uneröffnet in der allgemeinen Versammlung des Ingenieur-Vereins verbrannt.

Der dirigirende Rath des Königlichen Ingenieur-Vereins,
F. W. CONRAD,

Präsident.

STARING,

Secretair.

BIJLAGE XXVI.

Utrecht, 2 Junij 1853.

WelEdele Heeren!

Ik heb de eer UEd. hiernevens voor de Bibliotheek van het

koninklijk instituut van Ingenieurs aan te bieden een presentexemplaar van het verslag van al het verrigte tot herstel van het nederlandsche muntwezen, door mij op uitnoodiging der Regering opgemaakt.

Alhoewel dit verslag veel bevat, dat minder tot het gebied der bemoeijingen van het koninklijk Instituut behoort, zoo vlei ik mij dat eene nadere inzage UEd. zal overtuigen, dat er ook een en ander in voorkomt, dat met het bedrijf van civiel ingenieur in verband staat. Het is mij zeer aangenaam deze gelegenheid waar te kunnen nemen, om UEd. de betuiging mijner bijzondere hoogachting aan te kunnen bieden, terwijl ik de eer heb mij te noemen: UEd. Dw. Dienaar

A. VROLIK,

L. K. I. I.

A an

den Raad van Bestuur van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs te Delft.

BIJLAGE XXVII.

VERSLAG OMTRENT EEN NIEUW MIDDEL OM HET HOUT TEGEN VERROTTING EN DEN SCHADELIJKEN INVLOED VAN INSECTEN TE BEVEILIGEN.

(Getrokken uit eene memorie van den heer Molinos over het brevet van den heer Bethell, voorgedragen in de Société Centrale des Ingenieurs Civils te Parijs.)

Het hout bestaat uit een weefsel van cellen, welke met eene organische stof gevuld zijn. Deze cellen zelve zijn bijna ongevoelig voor de afwisselende invloeden der atmospheer en trekken de insecten niet aan, maar de stoffen, die haar opvullen, belangrijke hoeveelheden van planten-albumine bevattende, zijn aan gisting, verrotting en den invloed van insecten onderworpen. Door het bederf van deze stoffen verdwijnt langzamerhand de zamenhang der cellen en het hout verliest daardoor zijne soliditeit, elasticiteit en bruikbaarheid. Het geheele probleem derhalve, om het hout langdurig te bewaren, bestaat in het vinden van een middel, om deze organische stoffen in vaste verbindingen te doen treden met chemische stoffen, die het tegen bederf kunnen beveiligen.

Talrijke proeven heeft men te dezen opzigte genomen; met de laatste willen wij ons hier alleen bezig houden.

Het hout, inzonderheid dat voor dwarsbalken van spoorwegen be

stemd is, wordt eerst gedroogd in eene droogkamer, die tot 110° C. of 230° Fahr. verwarmd is. Deze bewerking vereischt 8 tot 12 uren. Droogt men langzamer bij eene temperatuur van slechts 60° C. of 140° Fahr., dan lijdt wel is waar het hout minder, maar de bereiding duurt 3 of 4 dagen, en is dus veel kostbaarder. De dwarsbalken, uit de droogkamer gehaald, worden dadelijk daarna ingedompeld in eenen grooten ketel, gevuld met zware oliën, welke door de gas-destillatie verkregen worden, of wel met eene oplossing van zwavelzuur koper-oxyde in water. Eene zoodanige oplossing bevat 1 ned. pond droog koperzout op de 40 ned. kan water. Gedurende deze indompeling moet de temperatuur van den ketel op 60° C. of 140° Fahr. onderhouden blijven, en worden de houtstukken daarna in de vrije lucht gedroogd.

Volgens proeven, door den heer Brunel genomen, is, dit middel zeer goed; naar de meening echter van de heeren Molinos en le Chatelier zoude het nog beter zijn, het hout eerst te droogen en in eene koperzoutoplossing te dompelen, vervolgens nog eens te droogen en in eenen anderen ketel, met gasteer gevuld, te doen onderzinken. Deze bewerking is echter kostbaarder en zoude volgens den heer Bethell, eigenaar van het fransche brevet, op 11 fr. de vierkante el te staan komen.

De droogkamer is 12 el lang, 21.50 breed en 2 el hoog. De rook, uit den vuuroven komende, maakt eene dubbele circulatie