Imágenes de páginas
PDF
EPUB

he will grant to this Child that thing which by nature he cannot have; that he may be baptized with Water and the holy Ghost, and received into Christ's holy Church, and be made a lively member of the same.

Then shall the Priest say,

Let us pray.

ALMIGHTY and everlasting God, who of thy great mercy didst save Noah and his family in the ark from perishing by water; and also didst safely lead the children of Israel thy people through the Red Sea, figuring thereby thy holy Baptism; and by the Baptism of thy well-beloved Son Jesus Christ, in the river Jordan, didst sanctify Water to the mystical washing away of sin; We beseech thee, for thine infinite mercies, that thou wilt mercifully look upon this Child; wash him and sanctify him with the holy Ghost; that he, being delivered from thy wrath, may be received into the ark of Christ's Church; and being stedfast in faith, joyful through hope, and rooted in charity; may so pass the waves of this troublesome world, that finally he may come to the land of everlasting life, there to reign with thee world without end; through Jesus Christ our Lord. Amen.

ALMIGHTY and immortal God, the aid of all that need, the helper of all that flee to thee for succour, the life of them that believe, and the resurrection of the dead; We call upon thee for this Infant, that he, coming to thy holy Baptism, may receive remission of his sins by spiritual regeneration. Receive him, O Lord, as thou hast promised by thy well-beloved Son, saying, Ask, and ye shall have; seek, and ye shall find; knock, and it shall be opened unto you: So give now unto us that ask; let us that seek find; open the gate unto us that knock; that this Infant may enjoy the everlasting benediction of thy heavenly washing, and may come to the eternal kingdom which thou hast promised by Christ our Lord. Amen.

Then shall the people stand up, and the
Priest shall say,

Hear the words of the Gospel, written by
Saint Mark, in the tenth Chapter, at
the thirteenth Verse.

St. Mark x. 13.

THEY brought young children to Christ, that he should touch them; and his disciples rebuked those that brought them. But when Jesus saw it, he was much displeased, and said unto them, Suffer the little children to come unto me, and forbid them not; for of such is the kingdom of God. Verily I say unto you, Whosoever shall not receive the kingdom of God as a little child, he shall not enter therein. And he took them up in his arms, put his hands upon them, and blessed them.

ne oneindige barmhartigheid, aan dit kind datgene wil schenken, hetwelk het van nature niet hebben kan, dat het gedoopt moge worden met water en den Heilgen Geest, en ontvangen in Christus heilige Kerk en tot een levend lid derzelve gemaakt worde. Dan zal de Leeraar zeggen:

Laat ons bidden.

ALMAGTIGE en eeuwige God! die, naar uwe groote barmhartigheid, Noach en zijn gezin in de Ark behouden hebt, om niet door het water te vergaan, en ook Israël, uw volk, veilig door de Roode Zee voerdet, daardoor uwen heiligen doop voorstellende; en die door den doop van uwen geliefden Zoon, Jezus Christus, in de rivier de Jordaan, het water geheiligd hebt tot de geestelijke afwassching der zonde; wij smeeken U, bij uwe oneindige ontferming, dat Gij genadig op dit kind wilt nederzien, het wilt wasschen en heiligen door uwen Heiligen Geest, opdat het, van uwen toorn verlost zijnde, moge opgenomen worden in de Ark van Christus Kerk en standvastig zijnde in het geloof, verblijd in de hoop en geworteld in de liefde, alzoo door de baren dezer onstuimige wereld moge doorgaan; dat het eindelijk moge komen in het land des eeuwigen levens, om aldaar met U tot in eeuwigheid te regeren, door Jezus Christus, onzen Heer. Amen.

ALMAGTIGE en eeuwige God! de hulp der lijdenden, de redder dergenen, die tot u de toevlugt nemen, het leven en de opstanding dergenen, die gelooven. Wij bidden U, voor dit kind, dat het, tot uwen heiligen doop komende, door geestelijke wedergeboorte, vergiffenis van zonde ontvangen moge. Neem het aan, o Heer! gelijk Gij door uwen lieven Zoon beloofd hebt, zeggende: Bidt en u zal gegeven worden, zoekt en gij zult vinden, klopt en u zal opengedaan worden. Geef alzoo aan ons, die thans bidden; laat ons, die nu zoeken, vinden; en doe ons open, daar wij nu kloppen, opdat dit kind den zegen uwer hemelsche afwassching ontvange, en in uw eeuwig Koningrijk kome, hetwelk gij beloofd hebt door Jezus Christus, onzen Heer. Amen.

Dan zal de gemeente opstaan, en de Leeraar zeggen: Hoort de woorden des Evangeliums, geschreven door den Heiligen Markus, in het tiende Hoofdstuk, het 13e Vers.

Markus x. 13.

ZIJ bragten kinderkens tot Christus, opdat hij ze aanraken zoude: en de discipelen bestraften degenen, die ze tot hem bragten. Maar Jezus (dat) ziende, nam het zeer kwalijk, en zeide tot hen: Laat de kinderkens tot mij komen, en verhindert hen niet, want derzulken is het Koningrijk Gods. Voorwaar zeg ik u: zoo wie het Koningrijk Gods niet ontvangt, gelijk een kindeken, die zal in hetzelve geenszins ingaan. En hij omving hen met zijne armen, (en) de handen op hen gelegd hebbende, zegende hij dezelve.

After the Gospel is read, the Minister | Nadat het Evangelie gelezen is, zal de shall make this brief Exhortation upon the words of the Gospel.

BELOVED, ye hear in this Gospel the words of our Saviour Christ, that he commanded the children to be brought unto him; how he blamed those that would have kept them from him; how he exhorteth all men to follow their innocency. Ye perceive how by his outward gesture and deed he declared his good will toward them; for be embraced them in his arms, he laid his hands upon them, and blessed them. Doubt ye not therefore, but earnestly believe, that he will likewise favourably receive this present Infant; that he will embrace him with the arms of his mercy; that he will give unto him the blessing of eternal life, and make him partaker of his everlasting kingdom. Wherefore we being thus persuaded of the good will of our heavenly Father towards this Infant, declared by his Son Jesus Christ; and nothing doubting but that he favourably alloweth this charitable work of our's in bringing this Infant to his holy Baptism; let us faithfully and devoutly give thanks unto him, and say, ALMIGHTY and everlasting God, heavenly Father, we give thee humble thanks, for that thou hast vouchsafed to call us to the knowledge of thy grace, and faith in thee: Increase this knowledge, and confirm this faith in us evermore. Give thy holy Spirit to this Infant, that he may be born again, and be made an heir of everlasting salvation; through our Lord Jesus Christ, who liveth and reigneth with thee and the Holy Spirit, now and for ever. Amen.

Then shall the Priest speak unto the Godfathers and Godmothers on this wise.

DEARLY beloved, ye have brought this Child here to be baptized, ye have prayed that our Lord Jesus Christ would vouchsafe to receive him, to release him of his sins, to sanctify him with the holy Ghost, to give him the kingdom of heaven, and everlasting life. Ye have heard also that our Lord Jesus Christ hath promised in his Gospel to grant all these things that ye have prayed for: which promise he, for his part, will most surely keep and perform. Wherefore, after this promise made by Christ, this Infant must also faithfully, for his part, promise by you that are his sureties, (until he come of age to take it upon himself,) that he will renounce the devil and all his works, and constantly believe God's holy Word, and obediently keep his commandments.

I demand therefore,

DOST thou, in the Name of this Child, renounce the devil and all his works, the vain pomp and glory of the world, with all covetous desires of the same, and the carnal desires of the flesh, so that thou wilt not follow, nor be led by them? Answer. I renounce them all.

Dienaar, naar aanleiding daarvan, deze korte vermaning doen.

GELIEFDEN! gij hoort in dit Evangelie de woorden van onzen Zaligmaker Christus, dat Hij geboden heeft de kinderen tot Hem te brengen; hoe Hij diegenen berispte, die hen verhinderden tot Hem te komen; hoe Hij een iegelijk vermaande hunne onschuld na te volgen. Gij ziet, hoe Hij, door uiterlijke daden, hun zijne toegenegenheid bewees; want Hij nam hen in zijne armen, leide zijne handen op hen, en zegende hen. Twijfelt daarom niet, maar gelooft ten volle, dat Hij dit kind op dezelfde wijze in gunst ontvangen zal, met de armen zijner barmhartigheid omvatten, den zegen des eeuwigen levens schenken, en zijn eeuwig rijk deelachtig maken. Daar wij dus overtuigd zijn van de toegenegenheid onzes Hemelschen Vaders jegens dit kind, ons door zijnen Zoon Jezus Christus verklaard, en niet twijfelen, of de waarneming van dezen onzen pligt zal Hem welgevallig zijn, zoo laat ons Hem in geloof en ootmoed danken, zeggende:

ALMAGTIGE en eeuwige God! Hemelsche Vader! wijbrengen Uonzen nederigen dank, dat het U behaagd heeft, ons tot de kennis uwer genade en tot het geloof in U te roepen: vermeerder deze kennis en bevestig dit geloof in ons voor altijd. Schenk uwen Heiligen Geest aan dit kind, opdat het, wedergeboren zijnde, een erfgenaam moge worden der eeuwige zaligheid, door onzen Heer Jezus Christus, die met U en den Heiligen Geest leeft en regeert, nu en in eeuwigheid. Amen.

Dan zal de Leeraar de getuigen aldus aanspreken :

ZEER Geliefden! gij hebt dit kind hier gebragt, om gedoopt te worden; gij hebt gebeden, dat het onzen Heer Jezus Christus behagen moge hetzelve aan te nemen, van deszelfs zonde te verlossen, het te heiligen door den Heiligen Geest, en hetzelve het Koningrijk der Hemelen en het eeuwige leven te willen schenken. Gij hebt tevens gehoord, dat onze Heer Jezus Christus in zijn Evangelie beloofd heeft, alles te zullen schenken, waarom gij nu gebeden hebt: welke belofte Hij, van zijne zijde, zeer zeker vervullen zal. Daar Christus zich nu hierdoor verbonden heeft, zoo behoort dit kind, van zijnentwege, door u, die hier zijne getuigen zijt, (totdat het, tot jaren gekomen, het op zich zelven nemen zal,) te beloven, dat het den duivel en al zijne werken zal verzaken, standvastiglijk in Gods heilig woord gelooven, en met gehoorzaamheid zijne geboden onderhouden. Ik vraag derhalve :

VERZAAKT gij, in naam van dit kind, den duivel en al zijne werken, de ijdele pracht en eer dezer wereld, met al derzelver lusten en de begeerlijkheden des vleesches, zoodat gij die niet wilt opvolgen, noch u door dezelve laten verleiden? Antw. Ik verzaak die allen.

Minister.

DOST thou believe in God the Father Almighty, Maker of heaven and earth? And in Jesus Christ his only-begotten Son our Lord? And that he was conceived by the Holy Ghost; born of the Virgin Mary; that he suffered under Pontius Pilate, was crucified, dead, and buried; that he went down into hell, and also did rise again the third day; that he ascended into heaven, and sitteth at the right hand of God the Father Almighty; and from thence shall come again at the end of the world, to judge the quick and the dead?

And dost thou believe in the Holy Ghost; the holy Catholick Church; the Communion of Saints; the Remission of sins; the Resurrection of the flesh; and everlasting life after death?

Answer. All this I stedfastly believe.

Minister.

WILT thou be baptized in this faith?

Answer. That is my desire.

Minister.

WILT thou then obediently keep God's holy will and commandments, and walk in the same all the days of thy life? Answer. I will.

Then shall the Priest say,

O MERCIFUL God, grant that the old Adam in this Child may be so buried, that the new man may be raised up in him. Amen.

Grant that all carnal affections may die in him, and that all things belonging to the Spirit may live and grow in him. Amen. Grant that he may have power and strength to have victory, and to triumph, against the devil, the world, and the flesh. Amen.

Grant that whosoever is here dedicated to thee by our office and ministry may also be endued with heavenly virtues, and everlastingly rewarded, through thy mercy, O blessed Lord God, who dost live, and govern all things, world without end. Amen.

ALMIGHTY, everliving God, whose most dearly beloved Son Jesus Christ, for the forgiveness of our sins, did shed out of his most precious side both water and blood; and gave commandment to his disciples, that they should go teach all nations, and baptize them In the Name of the Father, and of the Son, and of the Holy Ghost; Regard, we beseech thee, the supplications of thy congregation; sanctify this Water to the mystical washing away of sin; and grant that this Child, now to be baptized therein, may receive the fulness of thy grace, and ever remain in the number of thy faithful and elect children; through Jesus Christ our Lord. Amen.

Then the Priest shall take the Child into his hands, and shall say to the Godfa thers and Godmothers,

Dienaar.

GELOOFT gij in God, den Almagtigen Vader, Schepper des Hemels en der Aarde. En in Jezus Christus, zijn' ééniggeboren' Zoon, onzen Heer? En dat Hij ontvangen werd door den Heiligen Geest; geboren uit de Maagd Maria; dat Hij geleden heeft onder Pontius Pilatus, gekruist, gestorven en begraven is; dat Hij nedergedaald is ter helle, en ook ten derden dage weder is opgestaan van den doode; dat Hij is opgevaren ten Hemel en gezeten is ter regterhand van God, den Almagtigen Vader, en van daar zal wederkomen ten jongsten dage, om te oordeelen de levenden en de dooden?

En gelooft gij in den Heiligen Geest; eene heilige, algemeene Kerk, de gemeenschap der Heiligen, de vergeving der zonden, de opstanding des vleesches, en een eeuwig leven na den dood?

Antw. Dit alles geloof ik standvastiglijk.

Dienaar.

BEGEERT gij in dit geloof gedoopt te worden?

Antw. Dat is mijne begeerte.

Dienaar.

WILT gij dan gehoorzaam Gods heilige wil en geboden onderhouden, en in dezelve al de dagen uwes levens wandelen? Antw. Dat wil ik.

Dan zal de Leeraar zeggen:

O BARMHARTIGE God! geef, dat de onde Adam alzoo in dit kind moge begraven worden, dat de nieuwe mensch in hetzelve opgewekt worde. Amen.

Geef dat alle vleeschelijke neigingen in hem sterven mogen, en alles, wat geestelijk is, in hetzelve leve en toeneme. Amen.

Geef het kracht en magt, om den duivel, de wereld en het vleesch te overwinnen, en daarover te zegepralen. Amen.

Geef dat een ieder, die hier door ons ambt en onze bediening aan U toegewijd wordt, ook met hemelsche deugden moge begiftigd, en eeuwig beloond worden, door uwe barmhartigheid, o gezegende Heere God! die leeft en alle dingen bestuurt, in alle eeuwigheid. Amen.

ALMAGTIGE en eeuwig levende God! wiens geliefde Zoon, Jezus Christus, water en bloed uit zijne gezegende zijde gestort heeft, ter vergeving onzer zonden,en zijnen discipelen gebood, dat zij zouden benen gaan, om alle volkeren te onderwijzen, hen doopende in den naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes; verhoor, bidden wij U, de smeekingen uwer gemeente, heilig dit water tot geestelijke afwassching der zonde; en geef dat dit kind, dat nu daarmede gedoopt zal worden, de volheid uwer genade moge ontvangen, en immer onder het getal uwer geloovige en uitverkorene kinderen blijve, door Jezus Christus, onzen Heer. Amen.

Dan zal de Leeraar het kind in zijne handen nemen, en tot de getuigen zeggen:

[blocks in formation]

* Here the

the

[blocks in formation]

WE receive this Child into the congre- WIJ ontvangen dit kind in de gemeente gation of Christ's flock, and do sign van Christus, en teekenen het met het him with the sign of the teeken des kruises, tot een' *Hier zal Cross, in token that here- Priest shall de Leeraar getuige, dat het zich in het after he shall not be ashamed make a Cross het teeken van vervolg niet schamen zal, het to confess the faith of Christ upon het kruis op geloof in den gekruisigden crucified, and manfully to Child's fore-'s kinds voor- Christus te belijden, en, onder hoofd maken. deszelfs vaan, kloekmoedig tegen de zonde, de wereld en den duivel te strijden, en de getrouwe krijgsknecht en dienaar van Christus te blijven, tot het einde zijns levens. Amen.

head.

fight under his banner against sin, the world, and the devil; and to continue Christ's faithful soldier and servant unto his life's end. Amen.

Then shall the Priest say,

SEEING now, dearly beloved brethren, that this Child is regenerate, and grafted into the body of Christ's Church, let us give thanks unto Almighty God for these benefits; and with one accord make our prayers unto him, that this Child may lead the rest of his life according to this beginning.

Then shall be said, all kneeling;.

OUR Father, which art in heaven, Hallowed be thy Name. Thy kingdom come. Thy will be done in earth, As it is in heaven. Give us this day our daily bread. And forgive us our tresAs we forgive them that trespasses, And lead us not inpass against us. to temptation; But deliver us from evil. Amen.

Then shall the Priest say, WE yield thee hearty thanks, most merciful Father, that it hath pleased thee to regenerate this Infant with thy holy Spirit, to receive him for thine own Child by adoption, and to incorporate him into thy holy Church. And humbly we beseech thee to grant, that he, being dead unto sin, and living unto righteousness, and being buried with Christ in his death, may crucify the old man, and utterly abolish the whole body of sin; and that, as he is made partaker of the death of thy Son, he may also be partaker of his resurrection; so that finally, with the residue of thy holy Church, he may be an inheritor of thine everlasting kingdom; through Christ our Lord. Amen.

Dan zal de Leeraar zeggen:

ZEER Geliefden! daar dit kind nu wedergeboren en in de Kerk van Christus ingelijfd is, zoo laat ons den Almagtigen God voor deze weldaden danken, en Hem in éénen geest bidden, dat dit kind, naar dit beginsel, het overige zijns levens rigten moge.

Dan zal, daar allen knielen, gezegd
worden:

ONZE Vader, die in de Hemelen zijt! Uw naam worde geheiligd. Uw Koningrijk kome. Uw wil geschiede, Gelijk in den hemel, zoo ook op de aarde, Geef ons heden ons dagelijksch brood. En vergeef ons onze schulden, Gelijk ook wij vergeven onzen schuldenaren. En leid ons niet in Maar verlos ons van den verzoeking, booze. Amen.

Dan zal de Leeraar zeggen:

WIJ danken U hartelijk, Allerbarmhartigste Vader! dat het U behaagd heeft, dit kind door uwen Heiligen Geest te doen wedergeboren worden, het door aanneming als uw eigen kind te ontvangen, en het in uwe heilige Kerk in te lijven. Wij bidden U ootmoedig, geef dat het, der zonden gestorven zijnde, der regtvaardigheid levende, en met Christus begraven in zijnen dood, den ouden mensch moge kruisigen, en het ligchaam der zonde geheel te niete doen, opdat het, gelijk het den dood uws Zoons deelachtig geworden is, alzoo ook een deelgenoot moge zijn van zijne verrijzenis, om eindelijk met al de leden uwer heilige Kerk een erfgenaam te zijn van uw eeuwig Koningrijk, door Christus, onzen Heer. Amen.

Then, all standing up, the Priest shall say to the Godfathers and Godmothers this Exhortation following.

FORASMUCH as this Child hath promised by you his sureties to renounce the devil and all his works, to believe in God, and to serve him; ye must remember, that it is your parts and duties to see that this Infant be taught, so soon as he shall be able to learn, what a solemn vow, promise, and profession, he hath here made by you. And that he may know these things the better, ye shall call upon him to hear Sermons; and chiefly ye shall provide, that he may learn the Creed, the Lord's Prayer, and the Ten Commandments, in the vulgar tongue, and all other things which a Christian ought to know and believe to his soul's health; and that this Child may be virtuously brought up to lead a godly and a Christian life; remembering always, that Baptism doth represent unto us our profession; which is, to follow the example of our Saviour Christ, and to be made like unto him; that, he died, and rose again for us, should we, who are baptized, die from sin, and rise again unto righteousness; continually mortifying all our evil and corrupt affections, and daily proceeding in all virtue and godliness of living.

Then shall he add and say,

as

SO

YE are to take care that this Child be brought to the Bishop to be confirmed by him, so soon as he can say the Creed, the Lord's Prayer, and the Ten Commandments, in the vulgar tongue, and be further instructed in the Church-Catechism set forth for that pur

pose.

IT is certain by God's Word, that Children which are baptized, dying before they commit actual sin, are undoubtedly saved.

To take away all scruple concerning the use of the sign of the Cross in Baptism; the true explication thereof, and the just reasons for the retaining of it, may be seen in the xxxth Canon, first published in the year MDCIV.

Daarna, terwijl allen opstaan, zal de Leeraar aan de getuigen de volgende vermaning geven:

DAAR dit kind door u, als deszelfs getuigen, beloofd heeft, den duivel en al zijne werken te verzaken, in God te gelooven, en Hem te dienen, zoo moet gij bedenken, dat het uw pligt is, toe te zien, dat dit kind, zoodra het geschikt zal zijn te leeren, onderrigt worde, welk eene plegtige gelofte en welk eene heilige belijdenis het hier door u gedaan heeft. Opdat het dan deze dingen te beter moge verstaan, behoort gij het te vermanen Leerredenen te hooren, en voornamelijk zult gij zorgen, dat het de Artikelen des Geloofs, het Gebed des Heeren en de Tien Geboden leere in de gebruikelijke taal, alsmede al die dingen, die een Christen behoort te weten en te gelooven tot de zaligheid zijner ziel, en dat dit kind deugdzaam opgevoed worde, om een Godsdienstig en Christelijk leven te leiden; altijd indachtig zijnde, dat de Doop ons onze belijdenis voorstelt, welke is, het voorbeeld van Christus, onzen Zaligmaker, te volgen, en Hem gelijkvormig te worden; opdat, zoo als Hij voor ons gestorven en weder opgestaan is, wij, die gedoopt zijn, ook alzoo de zonden zouden afsterven, en opgewekt worden tot geregtigheid; gedurig onze kwade en verdorvene neigingen doodende, en dagelijks vorderende in alle deugd en godsvrucht. Dan zal hij hier nog bijvoegen en zeggen :

GIJ behoort zorg te dragen, dat dit kind tot den Bisschop gebragt worde, om door hem bevestigd te worden, zoodra hetzelve de Geloofsartikelen, het Gebed des Heeren en de Tien Geboden in de gebruikelijke taal zal kunnen opzeggen, en verder onderwezen worde in den Catechismus der Kerk, tot dat einde vervaardigd.

HET is zeker, naar Gods Woord, dat gedoopte kinderen, vóór het bedrijven van dadelijke zonde stervende, ontwijfelbaar zalig zijn.

Om alle zwarigheid weg te nemen, omtrent het gebruik van het teeken des kruises in den Doop, zoo kan men de regte verklaring daarvan, en de ware reden waarom dit behouden wordt, vinden in den 30en Canon, eerst uitgegeven in den jare 1604.

« AnteriorContinuar »