Imágenes de páginas
PDF
EPUB

of hing eene breede hand over den rand eener kist. Het was een bonte hoop van hoofden, armen en beenen, waarvan de roerlooze vormen zich onder de zeildoeken teekenden. Hier en daar, tegen de wanden van de achterkajuit, hadden enkelen, die tot een beteren stand behoorden, eene meer afgezonderde rustplaats gezocht, en twee vrouwen met een drietal kinderen dwaalden nog heen en weder, besluiteloos, naar het scheen, waar zij de beste plaats zouden vinden. Ik meende dat die al ingenomen was, en vroeg aan eene van haar, waarop zij

wachtte.

"De vrouw keerde zich af en stapte voort met haar tienjarigen knaap aan de hand. Maar de andere, die een zuigeling en een meisje van omstreeks vier jaar bij zich had, dat half bewusteloos van den slaap zich liet medetrekken, antwoordde: De kapitein heeft gezegd, dat wij in de rookkamer mogten gaan, als er niemand meer was."

"Welnu ?" vroeg ik.

"Gij kunt er nog komen."

"Zoo was ik onschuldig de oorzaak dat die arme schepsels, bovenal die arme kinderen, nog over het dek doolden. Ik had wat goed te maken; maar zie, zoodra ik haar het verlof gegeven had en naar de kajuit ging, kwam de vrouw mij achterop en riep mij terug: daar lag nog iemand in de rookkamer. Een der Engelschen was onder zijn nightcap, zooals hij 't laatste glas grog noemde, later bemerkte ik dat hij drie nightcaps gebruikte ingedommeld. In geen ander geval had ik op de vrijheid mijner medereizigers inbreuk willen maken; nu achtte ik mij evenwel in het belang der twee moeders daartoe verpligt en mijne tusschenkomst was van zoo goed gevolg, dat zij weinige minuten later de banken der rookkamer ter barer beschikking hadden.

"Het goeden morgen", dat zij mij den volgenden ochtend

toeriepen, klonk mij aangenamer toe dan hetgeen ik den ganschen vorigen dag gehoord had... een weinigje Schwärmerei kan geen kwaad, zelfs niet in het hooge noorden.

[ocr errors]

"Maar ik ontving nog een beteren groet. De morgennevelen waren door den wind verdwenen, niet spoedig genoeg evenwel dat ik de Zeven Zusters zien zou, die op eenige mijlen van den poolcirkel hare 4000 voet hooge ligchamen boven den waterspiegel verheffen. Maar daar rees voor mij de Hästemand, de ruiter van duizenden jaren in zijn paarsch steenen kleed, zijn breeden mantel omgeslagen die door den wind gespannen scheen, en op zijn baret een donzige veder, een wolkje dat zich op den wind uitstrekte. Een zware baard hing van zijne kin en verloor zich in de manen van het paard, dat slechts met het bovenlijf nog uit de baren verrees. Het is de ruiter die den poolcirkel bewaart... zegt de sage; het is een rots ter hoogte van vijftien honderd voet, die op zes-en-zestig en eene halve graad breedte ten westen der Noorweegsche kust verrijst en, van sommige punten gezien, den vorm van een man te paard schijnt te hebben, zeggen de geografen. Ik gun hun de waarheid; laten zij mij hier de fictie behouden, de fictie met haar ruitersbeeld, dat aan den alvader Odin herinnert met zijn ros Sleipner; terwijl daar ginds het Thorgat, de tunnel van driehonderd voet diepte, dwars door eene rots, de legende in het leven roept van den pijl des ruiters, die op den boozen geest was aangelegd, maar het doel miste. En niet verre van daar rijst uit de golven de beminde des ruiters, die hem om den boozen geest ontrouw werd, en tot hare straf in eene rots werd herschapen.

"Eene trotsche mythologie is die mythologie der Noren. Hier op den poolcirkel, waar de aarde eene nieuwe gedaante aanneemt, zulk een strijd te denken en te petrifieren. Tot het uiteinde der aarde heeft de reus den boozen geest vervolgd,

die hem het dierbaarste wat hij bezat, heeft ontroofd. Met inspanning van al de krachten, die hem ten dienste stonden, heeft hij den vijand met één schot willen doorboren. Zijne poging mislukte; de booze geest ontkwam, en de reus wacht vruchteloos sinds duizenden jaren tot zijn vijand weder onder zijn bereik zal komen. Hij is versteend gelijk zijne verloofde. Of de booze geest boven den poolcirkel is gebleven, zegt de sage niet."

1861.

DRIE PHOTOGRAPHIËN VAN AMSTERDAM.

TE AMSTERDAM GEVRAAGD. VOOR 1865.

Aber es siege der Muth in dem gesunden Geschlecht.

De eerste van deze, eene getrouwe afbeelding van dat gedeelte der Plantaadje, waarop thans het gebouw van het Genootschap Natura Artis Magistra zich van verre zoo grootsch vertoont, vóór dat het Westerman gelukken mogt genoeg sympathie voor zijne gedachte te vinden om hare verwezenlijking te kunnen beproeven, de eerste vrees ik dat vruchteloos zal worden gezocht. Wij waren in die dagen nog maar aan de daguerréotype, en het zal wel niemand ingevallen zijn door dat middel al die leelijke mengelingen van landschap en stadsgezigt te veraanschouwelijken, van welke slechts de bejaarden onder ons meer eene allengs verflaauwende heugenis hebben.

Heeft eene vraag naar de tweede kans aanbiedingen uit te lokken? Al is het tijdstip, waarop men die photographie had moeten nemen, nog niet verre van het tegenwoordige verwij

derd; al gaf de zestiende Augustus van dit jaar er gelegenheid toe, ik durf de liefhebbers niet vleijen, dat uit de veelheid der exemplaren de keuze hun moeijelijk vallen zal. Voor wie het niet gissen mogt, deze wensch geldt eene afbeelding van de hoofdgroep op den ochtend der feestelijke Opening van het Paleis voor Volksvlijt in het middenvak der groote zaal gâ te slaan; werden er pogingen aangewend den indruk, dien zij maakte, der nakomelingschap over te leveren ?

De derde vraag is eene volkomen ijdele; schoon het oogenblik, dat zij verlangt te zien weergegeven, tot de gedenkwaardigste voor de Beurs van Amsterdam behoort, wie was er die zich gister middag in graauwe avondschemering binnen dat gebouw vleijen dorst, dat het eensklaps voor ons licht zou worden; licht, als het in jaren niet was geweest? Eene photographie van de wijze op welke die verrassing bij de anders zoo koele kooplieden werkte, hier in daverende kreten en wuivende hoeden, daar in dieper aandoening, die er zich niet over schaamde, dat zij niet spreken kon! hoe valt het iemand in haar te vragen? Het zou geene verrassing zijn geweest, als er gedacht had kunnen worden aan eene voorstelling dier gewaarwordingen, aan eene vereeuwiging van dat genot!

En echter schijnen mij die drie momenten in het leven der stad merkwaardig genoeg om den onvervulbaren wensch te wettigen, om mij uw gehoor te waarborgen, als ik beproeve in woorden uit te drukken, wat de werking des lichts er u in zou hebben doen zien, er u uit zou hebben doen hopen!

Er bestaat nog gelegenheid genoeg, voor wie de tegenstelling van den vooruitgang des hedens met den stilstand van het verleden, in de omstreken der schilderachtige Muiderpoort, in teekening wenscht te zien gebragt, eene stationaire plek der Plantaadje te doen photographiëren; maar het feit aan 't welk

« AnteriorContinuar »