Imágenes de páginas
PDF
EPUB

den lijkant van den golfberg worden gevoerd, om daarna met groot geweld in het golfdal neder te storten. Het zijn deze schuimende en verbroken wordende kammen der golfbergen, die voor het schip zoo hoogst gevaarlijk en verderfelijk zijn. Zij rollen over het schip heen, in hun vaart alles vernielende wat in den weg staat; de werkelijke golf beweging, die de deining doet ontstaan en in hare schommelingen het vaartuig medevoert, levert geen gevaar op.

Door de zich over het water uitbreidende olie-laag, wordt dit onttrokken aan den laatst beschreven invloed van den wind. De olie-laag vormt boven het water als 't ware een schutsnet, terwijl de olie tengevolge van hare grootere cohesie aan den invloed van den wind meer weêrstand biedt dan het water; bovendien is de olie ook dienstig om kleine oneffenheden op te heffen, daar zij direct de kleine openingen aanvult en deze weder dicht maakt. Dit alles is oorzaak, dat de wind in plaats van een ruwe en onregelmatige oppervlakte te vinden, nu een effene gladde vlakte aantreft; de wrijving wordt hierdoor opgeheven, zoodat de wind ongestoord langs de watervlakte kan heenglijden.

Naarmate de olie meer dik-vloeibaar is, biedt zij meer weêrstand aan het streven van den wind om hare deeltjes vaneen te scheuren, en hieraan meent men de gunstige resultaten te mogen toeschrijven, die met dergelijke olie-soorten verkregen zijn, en waarvan in het voorgaande eenige voorbeelden aangehaald werden. De eigenlijke golfbeweging wordt door de olielaag niet vernietigd, en daarom kan het geen verwondering baren, wanneer men in de rapporten leest, dat de brekers werden vervangen door eene zware deining.

Bij branding moet de uitwerking der olie eenigzins anders zijn, aangezien deze uit eene andere oorzaak ontstaat dan de schuimende en brekende kammen der golfbergen in volle zee, en ook omdat zij zonder wind alleen uit eene gewone golfbeweging kunnen ontstaan. Door het oploopen der golven over ondiepten, zoomeden over een hellend strand, ondervinden de onderste waterdeeltjes eene belemmering in hunne beweging, die een vertraging ten gevolge heeft. Het golfdal vindt dan geen diepte genoeg, om zich geheel te kunnen ontwikkelen, waardoor zijne vlakte wordt opgeheven, en er dientengevolge

eene ophooping van golven ontstaat. Het gevolg hiervan is eene snellere beweging in het bovenste gedeelte van den golfberg ten opzichte van het benedenste, waardoor de kam van den golfberg gaat overhellen om eindelijk in de diepte neer te storten. Deze oorzaken van het ontstaan der branding worden nog versterkt en ondersteunt, door het terugloopen der voorste en het achteroploopen der achterste golven, zoomede door den wind en de hierdoor reeds van te voren in de oppervlakte van het water gebrachte beweging. Het is duidelijk dat de eerste oorzaken door het gebruik van olie niet kunnen worden weggenomen, wel kan echter de branding worden gematigd, doordat de kammen van voorafgaande golven geslecht kunnen worden. Men zal hier niet zulke gunstige resultaten met de olie kunnen verkrijgen, als in volle zee, alhoewel sommigen rapporten, over de uitkomsten in de branding verkregen, zeer bevredigend luiden. Nog veel geringer nut biedt het gebruik van olie aan, bij de krachtige branding, die haar ontstaan te danken heeft, aan den stoot van de watermassa's tegen klippen of andere hinderpalen, die het water in zijn beweging ontmoet. Ofschoon het aan voorbeelden ontbreekt, om dit te staven, ligt het, met het oog op hetgeen hiervoor is medegedeeld, zoodanig voor de hand, dat deze niet noodig zijn.

Van de 179 gevallen, waarin de olie tot zeestillend middel werd gebruikt en die tot het samenstellen van dit artikel aanleiding hebben gegeven, is in 173 gevallen de verlangde uitwerking verkregen. Slechts 6 keer bleef de goede uitwerking achterwege, en wel 3 maal ten gevolge van eene verdikking der olie (1 maal walvisch-olie, 1 maal vernis en 1 maal een niet genoemde olie-soort), 1 keer bij het aanwenden van raapolie (die als te ligt werd aangegeven) en 2 keer bij petroleum. In verscheidene berichten komen bovendien opmerkingen voor over de geringe uitwerking van petroleum, zonder dat deze door praktische voorbeelden worden bevestigd.

In 75 van de 179 gevallen, ontbreken de opgaven aangaande de gebezigde olie-soort, in de overige heeft men gebruikt: 25 keer visch-olie (daarvan 5 maal walvisch-olie, 3 maal dolphijn-olie, 1 maal zeehonden-olie en 1 maal haaienlever), lijn-olie 20 keer, gekookte lijnolie of vernis 10 keer, raapolie 6, lampolie (zonder verdere aanwijzing) 7, dennen-olie 5, olijf-olie 1, machine-olie

(zonder nadere aanduiding) 2, thee-olie (?) 1, klapperolie 1, parafine 1, petroleum 5 (hiervan zijn 2 keer als ongezuiverd opgegeven), kerosin 7, vischolie en petroleum te samen 1, lijnolie en petroleum 2, lijnolie en kerosin 3, lijn-olie en parafine 1, raap-olie en parafine 1, lijn-olie, teer en kerosin 1 maal.

Het medegedeelde strekt tot voldoend bewijs, dat de olie onder de meest uiteenloopende omstandigheden, met succes als zeeslechtend middel kan worden toegepast en zooals in den aanvang van dit opstel reeds is gezegd, kan men van olie gebruik maken op een reede, ten anker liggende, bijliggende of lenzende voor storm of zee, ja zelfs indien de zee dwars in komt, bij het passeeren eener branding, zoomede om door middel van sloepen of andere kleine vaartuigen, schipbreukelingen te redden. Tot het laatste doeleinde zou het aan te bevelen zijn, om aan de reddingsgordels en boeiën geschikte olie-reservoirs te bevestigen, en dit niet alleen om het gevaar voor den schipbreukeling te verminderen, doch ook om aan de reddingsboot, de plaats aan te wijzen, waar deze zich bevindt.

"

Als voorbeeld hoe men van olie een nuttig gebruik kan maken, bij het slepen van een schip dat averij heeft gehad, deelen wij nog een geval mede van het stoomschip „Werra" der Norddeutschen Lloyd". Dit vaartuig, dat op een reis van New-York naar Bremen zware averij aan den schroefas kreeg, werd door het stoomschip Venetian" op sleeptouw genomen, om naar een Amerikaansche haven gebracht te kunnen worden. Op dezen tocht werden de schepen overvallen door een Westelijken storm, waardoor de „Werra" zoodanig begon te stampen, dat het dek steeds onder water stond, en de sleeptrossen dreigden te zullen breken. In dezen hachelijken toestand, hing men aan boord der Venetian" aan de beide boorden een zak met olie; het gevolg hiervan was, dat de Werra" veel gemakkelijker begon te werken, geen water overnam, en ongedeerd te Boston arriveerde.

"

[ocr errors]

Ofschoon de proefnemingen met olie nog lang niet als geëindigd te beschouwen zijn, kan men op grond van de opgedane ervaring de zeelieden niet genoeg wijzen, op het groote nut der olie in verschillende gevallen. Het is daarom te wenschen dat de schepen alle met een voldoenden voorraad worden voorzien, zooals dit reeds door sommige maatschappijen en reederijen wordt

gedaan. De ondervinding leert dat visch-olie het best voldoet. Te meer mag men het gebruik van olie aanbevelen, omdat de kosten er aan verbonden zeer gering zijn, vooral wanneer men bedenkt, dat zoovele menschenlevens en schatten er door behouden kunnen blijven.

Ook zijn verdere toepassingen der olie zeer nuttig, om gegevens te verzamelen, die voor wetenschap en praktijk vruchtdragend zullen worden. De tot thans bekende rapporten zijn wel wat schraal in hunne mededeelingen. Om hierin verbetering te brengen acht de schrijver het aanbevelingswaardig de rapporten naar een centraal bureau te zenden waar ze dan verder konden worden onderzocht en bewerkt. De mededeelingen zouden dan ook wat meer gedetailleerd kunnen worden opgemaakt. Een volledig bericht zou o. a. de opgaven moeten inhouden over den toestand van wind en zee, de ligging van het schip of de boot, de gebezigde olie-soort en de wijze waarop, benevens de plaats waar zij is gebruikt, de temperatuur der lucht en die van 't water aan de oppervlakte, de hoeveelheid olie in een bepaalden tijd verbruikt, en eindelijk een getrouwe en duidelijke beschrijving van de uitwerking der olie vergezeld van andere nuttige wenken en opmerkingen.

Met het oog op de belangen der scheepvaart, wenschen wij, dat de voorgaande regelen, tot het doen van nog vele proefnemingen zullen bijdragen.

Opmerkingen omtrent winden en stroomen nabij de Noordkust van Java.

De kennis der winden en stroomen nabij de Noordkust van Java is voor schepen, die deze kust bevaren, van zeer veel belang, en wel voornamelijk voor zeilschepen, die dikwijls tegen een stijf doorstaanden moesson moeten opkruissen, en van

de veranderingen in de moessonrichting door den invloed van land- en zeewind gebruik moeten maken, om, den voordeeligsten boeg kiezende, hunne reis te bespoedigen.

Hoewel in de bestaande zeilaanwijzingen daaromtrent eenige wenken gegeven worden, en de moessons en kenteringen in de Java Zee in hoofdzaak algemeen bekend zijn, kan het misschien nut hebben, eenige meerdere bijzonderheden aangaande de daar heerschende winden en stroomen mede te deelen. Tijdens de opname van een gedeelte der Noordkust van Java met Zr. Ms. Opnemingsvaartuig Melvill van Carnbee" gedurende de jaren 1883 tot en met 1886 was ik in de gelegenheid, de weersgesteldheid in de verschillende tijden van het jaar te leeren kennen. In 1883 en 1884 bevond het schip zich voornamelijk tusschen de meridianen van Hoek Krawang en Hoek Tanah, en in 1885 en 1886 in de bocht tusschen Hoek Tanah en het land van Djapara.

"

Blijkbaar onder den invloed van de plaatselijke gesteldheid des lands wijkt het karakter van het weder nabij deze beide kustgedeelten, voornamelijk in den Oostmoesson, in vele opzichten van elkander af. In de eerstvolgende regelen zal daarom een overzicht gegeven worden van de weersgesteldheid, zooals ik die op de kust tusschen Hoek Krawang en Hoek Tanah aantrof, om daarna op te geven, in hoever in de bocht tusschen Hoek Tanah en Djapara de toestand daarvan verschilde.

De maand April kan gevoegelijk als de kentermaand tusschen West- en Oostmoesson worden aangemerkt. In het begin der maand heeft de Westewind nog gewoonlijk de overhand, doch staat meestal niet meer met die kracht door, als nog dikwijls in Maart het geval geweest is. Over het algemeen is het weder zeer ongestadig, en volgen stilten en hevige buien met regen en onweder elkander op. Fraaie dagen met kalm weder en flauwen landwind uit Z. tot ZW. en een matigen zeewind uit het NW. worden door buiig weder en nog vrij stijf doorstaanden wind van WZW. tot WNW. afgewisseld, terwijl de wind ook al eens van het Oosten doorkomt. Somtijds waait de land wind in het geheel niet of zeer flauw van ZO. tot ZW. en wordt de hitte van den voormiddag eerst in den namiddag aangenaam getemperd door den zeebries die dan gewoonlijk Noordelijk is. In het laatst der maand blijft de Westewind langzamerhand weg, worden de buien minder, en komt de wind meer van het

« AnteriorContinuar »